Lokaal bier is vaak duurder dan bier dat uit industriële ketels van grote brouwers afkomstig is. Maar waarom zijn lokale bieren duurder?
Ten eerste omdat microbrouwers heel erg klein zijn vergeleken bij de grote brouwerijen en daarom veel meer betalen voor grondstoffen en logistieke uitdagingen die zij als kleine producent tegenkomen. Een industriële brouwerij plukt daarentegen de vruchten van grote inkoop- & verkoopvolumes en maakt scherpe prijsafspraken met leveranciers van grondstoffen.
En niet onbelangrijk, de kleine brouwer gebruikt per liter bier vaak veel meer mout en hop. Voor een super-hoppige dubbele IPA gebruikt een artisanale brouwer vier keer meer hop voor de bitterheid en het aroma, dan de macro-brouwer gebruikt bij de productie van pils.
Een andere oorzaak is soms te vinden in de prijsbepalingsmethode die een ondernemer gebruikt bij het bepalen van de kaartprijs. Misschien berekent deze de kostprijs van bier met een vaste vermenigvuldigingsfactor, bijv. factor 3.5 (incl. omzetbelasting). Bij het toepassen van deze van oudsher gangbare methode voor prijsbepaling verdient een ondernemer per centiliter bier meer op een lokaal gebrouwen bier dan op pils van een grote brouwer.
Indien de inkoop van een flesje bier boven de € 1.30 ligt adviseren wij te werken met een vaste opslag: kostprijs plus winstopslag van bijvoorbeeld 9 cent per centiliter.
Daarmee wordt speciaalbier uit eigen stad of streek een betaalbaard en smaakvol alternatief en kunnen gasten nieuwe avontuurlijke bieren degusteren.
Het bericht Prijsbepaling speciaalbieren | kostprijs plus winstopslag verscheen eerst op Bruut Bier.